9 juni 2020

Zelf uw vloer leggen

Gaat u zelf uw vloer leggen? Hier leest u alles wat u moet weten om goed voorbereid en met de juiste instructies aan de slag te gaan!

Zwevend lamelparket leggen
Verlijmd lamelparket leggen
Lamelparket leggen op vloerverwarming
Garantie op uw vloer

Zwevend lamelparket leggen

Goed om te weten:

Het leggen van lamelparket gaat relatief snel;
De vloer kan onmiddellijk worden gebruikt nadat deze is gelegd.

Stap 1 Voorbereiding

Laat het lamelparket altijd minimaal 48 uur in de verpakking acclimatiseren in de kamer waar de vloer gelegd gaat worden. Pak de planken lamelparket uit vóór het leggen en bekijk de verschillen in de natuurlijke nerf (tekening van het hout) en kleur. Door het mixen van de planken naar eigen inzicht creëert u uw eigen sfeer en patroon.

Een lamelparketvloer van de Parketloods kan worden gelegd op elke droge, schone, stabiele en vlakke ondergrond. Vlak betekent dat er op elke 2 meter geen oneffenheden van meer dan 2 mm mogen voorkomen.

Controleer altijd de vochtigheid van de ondervloer vóórdat u de vloer gaat leggen. De maximale vochtigheidsgraad voor de verschillende ondervloeren is:

beton: maximaal 2%
hout: maximaal 8%
anhydriet: maximaal 0,5%.

Als de vochtigheidsgraad hoger is dan de percentages in bovenstaand overzicht, dan moet er eerst een vochtscherm worden aangebracht. Wij adviseren hiervoor de Redusound ondervloer. Deze heeft als bijkomend voordeel dat direct kleine oneffenheden worden uitgevuld en contactgeluid verminderd met 10 db.
Een andere mogelijkheid is het aanbrengen van minimaal 0.2 mm dikke dampwerende polyethyleen folie (bouwfolie). De banen van dit folie legt u met een overlap van minimaal 200 mm en daarna maakt u de naden met tape dampdicht.

Let op: bij sommige vloeren bestaat de kans dat de vochtigheidsgraad tijdens of na het leggen hoger kan worden. Dit zien we vaak bij vloeren boven een kelder of kruipruimte. Ook in dat geval moet er een vochtscherm worden aangebracht.

Als een vochtscherm niet nodig is, adviseren we om wel altijd een ondervloer onder het lamelparket te leggen.

Natuurlijke materialen die worden aanbevolen voor de ondervloer van het lamelparket:

golfkarton;
kurkmatten;
natuurlijke ondervloerplaten;
ondervloer Spemi 10db soundkiller met vochtscherm (minder ecologisch).

Gereedschap dat nodig is om het lamelparket te leggen:

hamer (500 g)
aandrijfijzer
meetlint (rolmaat) of duimstok
fijngetande hand- of decoupeerzaag
houten wiggen en/of stelplaatjes
houten slagblok

Stap 2 Leggen ondervloer

De tweede stap is de aanleg van de ondervloer. Deze legt u met de randen tegen elkaar aan. Gebruikt u natuurlijke ondervloerplaten, ga dan uit van 2 mm afstand tussen de platen en 10 mm afstand tussen de platen en de muren. (Fig. 2)

Nadat de ondervloer gelegd is kiest u de richting waarin de parketvloer zal worden gelegd. Wij adviseren uw lamelparket te leggen in de richting van het invallende daglicht.

Stap 3 Leggen eerste rij

De eerste rij van het lamelparket legt u met de tongen (het deel dat het minst uitsteekt aan de lange kant van het lamelparket) naar de muur. Lamelparket wordt gelegd vanaf de voorkant. De vloerdelen schuift u parallel in elkaar. U kunt hierbij het beste gebruik maken van een hamer en houten slagblok. Nadat de eerste rij van het parket is geïnstalleerd, plaatst u de houten wiggen of stelplaatjes tussen de vloer en muur om een uitzettingsvoeg te creëren. (Fig. 3, Fig. 4) Om strakker tegen de muur aan te kunnen leggen kunt u er voor kiezen om de tongen die aan de lange en korte kant tegen de muur komen te liggen af te zagen.

Stap 4a Verder leggen

Start bij de volgende rij vloerdelen met het gezaagde deel dat is overgebleven uit de eerste rij, tenzij deze korter is dan 50 cm. Steek de tong van het te leggen vloerdeel onder een hoek van +/- 30° in de gleuf van de plank die al ligt en druk hem met de hand in de richting van de vloer. (Fig. 5) Sla daarna het nieuw gelegde deel met de hamer en houten slagblok in de richting van de al geïnstalleerde rij parket om eventuele kieren weg te halen en de vloer goed in zijn kliksysteem te slaan. (Fig. 6) Plaats eerst een stelplaatje of wig tussen de muur en het deel wat er al ligt. Leg het volgende vloerdeel van de rij op dezelfde wijze, houdt wel 1 à 2 cm afstand tussen het vloerdeel dat al ligt en het nieuw te installeren vloerdeel van die rij. (Fig. 7) Als het vloerdeel is aangeslagen zoals hierboven is beschreven moet het nog gekoppeld worden aan het vloerdeel dat al geplaatst is.

Het koppelen aan het reeds gelegde vloerdeel (Fig. 4) kan door beide delen met de hamer en het slagblok naar elkaar toe te slaan. Om het laatste stuk van de rij naar elkaar toe te slaan hebt u een hamer en aandrijfijzer nodig. (Fig. 8) Zorg wel dat er na het aandrijven nog aan beide zijden langs de muur 1 cm uitzettingsvoeg overblijft. Plaats nu ook een wig of stelplaatje tussen het aangeslagen vloerdeel en de muur.

Let op: Gebruik geen parket gordelklemmen bij het leggen van lamelparket.

Stap 4b obstakels in de parketvloer

Wanneer u de parketvloer om een obstakel heen moet leggen (centrale verwarming, gas- of waterleidingen), markeert u het uit te zagen deel nauwkeurig. Vergeet niet om 10 tot 15 mm extra ruimte voor de uitzetting van de vloer uit te zagen. Deze gaten kunt u eventueel met rozetjes afdekken.

Het is van belang de laatste rij vloerdelen vooraf precies op te meten. De planken moet u waarschijnlijk verzagen. Nadat u ze op maat hebt gemaakt kunt u ze leggen met behulp van het aandrijfijzer en een hamer. Vergeet niet dat er ten minste een uitzetvoeg van 10 tot 15 mm breed langs de muren moet overblijven. (Fig. 9)

Stap 5 afwerken parketvloer

Nadat u de vloer hebt gelegd, verwijdert u de wiggen en/of stelplaatjes en dekt u de voeg/kier naar de muur af met een plint (Fig. 10).
U kunt de nieuw aangelegde vloer onmiddellijk gebruiken nadat de plinten zijn geplaatst.

Top

Garantie op de vloer

Om voor garantie op de parketvloer in aanmerking te komen moet de parketvloer gelegd zijn volgens bovenstaande leginstructies. Tevens zijn onderstaande aandachtspunten van belang om een beroep te kunnen doen op een garantieclaim.

Beschadigingen aan de lamelparketvloer of losse vloerdelen, veroorzaakt door het verkeerd leggen van de vloer, water of een te hoge vochtigheidsgraad, vallen niet onder de garantie.
Houd rekening bij het leggen van de lamelparketvloer, dat er maximale waarden zijn. Voor grotere oppervlakten en/of breedtes cq lengtes zijn extra expansienaden (uitzettingsnaden) tussen de vloer nodig.
- maximale oppervlakte 160 m2
- maximale breedte 8 m
- maximale lengte 20 m
Geluid hoorbaar bij gebruik van de vloer is een natuurlijk kenmerk van houten vloeren en wordt niet geaccepteerd als grond voor een garantieclaim.
Kleurnuances in de vloerdelen zijn een natuurlijke eigenschap van hout en kunnen niet worden beschouwd als grond voor claims. Eveneens is het verkleuren van het parket door de zon geen grond voor een garantieclaim maar een natuurlijke eigenschap van hout.
De houten vloer mag niet worden gelegd in onverwarmde of vochtige ruimten zoals bijvoorbeeld badkamers, sauna’s, wasruimten etc. Ook is het geen geschikte vloer voor in de open lucht. De grootste bedreiging voor een houten vloer is water en zand. Gebruik daarom een deurmat om je vloer hier tegen te beschermen.
Gebruik vilten beschermplaatjes onder je tafels, stoelen en banken om je vloer te beschermen tegen krassen. Schroef of spijker meubilair nooit vast aan de vloer. Bij gebruik van kantoormeubilair, bijvoorbeeld zwenkwielen, bieden speciale beschermmatten een uitkomst.
Indien je het lamelparket op vloerverwarming legt, moet je warmteverklikkers onder de vloer monteren. Ga uit van één verklikker op elke 3 m2. Deze verklikkers zijn er om er op toe te zien dat de vloer niet warmer wordt dan 26 graden Celsius. Boven de 26 graden Celsius vervalt de garantie.
Controleer de houten lamelparketdelen vóór en tijdens de installatie van de vloer op eventuele gebreken. Op lamelparketdelen met gebreken die ontdekt zijn vóórdat ze gelegd zijn, is garantie uiteraard van toepassing.
De houten vloer moet gelegd en gebruikt worden in een omgeving waar de volgende regels gelden:
- Luchttemperatuur tussen 18-24°C
- Relatieve vochtigheid tussen 45-60%
  Om gegarandeerd te zijn van de juiste relatieve vochtigheid kun je het best gebruik maken van een luchtbevochtiger en indien nodig een ontvochtiger. (vraag ernaar bij je verkooppunt).
Normale slijtage door gebruik valt niet onder de garantie.

Top